zaterdag 26 juli 2014

Dag 3, deel 1.






De dag begint goed, want ik vind een beker Ayran zo groot als mijn hoofd in het supermarktje bij het station. Dat, in combinatie met een kaascroissant, is mijn perfecte ontbijt voor een nieuwe dag in Berlijn. Ik ben op weg naar het fotografiemuseum, dat tegenover de achterkant van Bahnhof Zoo ligt. Die beroemde achterkant, waar de alcoholisten de nieuwe junks zijn. Ik groet hen, zij groeten mij.
Bij het museum koop ik een kaartje, terwijl ik geen idee heb wat er te zien valt. "Als het maar niet tegenvalt, als het maar niet tegenvalt...". Mijn tas moet ik inleveren. Ik krijg een nummer mee, waarmee ik hem straks weer kan afhalen. Nummer 17. Ooit heb ik besloten dat 17 mijn geluksgetal is, dus vanaf nu verwacht ik eigenlijk veel van het museum. Ik krijg wat folders in mijn handen gedrukt en ik mag doorlopen.
"Die absolute Landschaft" is onderdeel van een project van Michael Ruetz. Sneeuw, mist, onweersbuien, jaarwisseling, zonnige dagen en wat huisjes in een berggebied. Bijzonder om te zien, want het is net alsof je naar verschillende plekken kijkt terwijl in werkelijkheid steeds hetzelfde dorp vanaf hetzelfde punt te zien is. Alleen het landschap verandert.
Ik bekijk de andere folder, "Helmut Newton/Alice Springs: 'Us and Them' and 'Helmut Newton: Sex and Landscapes". Ik onderdruk een gilletje. Helmut Newton! De man die mode- en glamourfotografie naar een heel ander niveau tilde. De man die behoorlijk wat beroemdheden voor de lens heeft gehad en waarvan ik bijna zeker ben dat veel mensen zijn werk, al dan niet bewust kennen.
Voor Chanel heeft hij bijvoorbeeld foto's gemaakt voor hun mannengeur, Égoïste. De geur die mijn vader overigens jaren gedragen heeft. Hij probeerde niet eens meer verrast te kijken wanneer hij jarig was, of met kerst... oh, of met vaderdag.
Het maken van foto's is verboden, dus ik moet stiekem te werk gaan. Voor de vorm vraag ik nog wel aan een museummedewerkster of ik foto's mag maken en ik gedraag me ontzettend onschuldig. Ik doe alsof ik een sms binnenkrijg en lach idioot naar mijn beeldscherm. Dan sta ik zogenaamd de sms te beantwoorden. In werkelijkheid leg ik een persoonlijk archief aan. Dit moet mee naar huis.

Er is ontzettend veel informatie te vinden over het leven en het overlijden van Helmut Newton en ik kom voorbij de vreemdste voorwerpen. Mocht je denken dat het slechts een gerucht is dat sommige modellen haarstukjes gebruiken, zodat hun schaamhaar voller lijkt, ik kan vertellen dat dat geen gerucht is. Het bestaat. Ik heb er namelijk met mijn neus bovenop gestaan. Wel met glas ertussen, no worries. Ik heb de haarstukjes ook herkend op sommige foto's. Evenals de andere voorwerpen die er in de vitrines liggen, zoals sigarettenpijpjes, handboeien, zweepjes, touw, naaldhakken en een monocle.
Ook liggen er brillen, een horloge, camera's en andere persoonlijke bezittingen van de fotograaf. Vond ik het al intiem om zijn rouwkaart en de vele persoonlijke berichten gericht aan zijn weduwe te lezen, in een andere ruimte hangen foto's die hij van zichzelf heeft gemaakt toen hij in het ziekenhuis lag, nadat hij een hartaanval doormaakte. Er hangen verschillende naaktportretten van zowel Helmut als zijn vrouw June, die zichzelf de artiestennaam "Alice Springs" heeft gegeven. In de collectie "Us and Them" hangt zowel werk van Helmut als Alice. Het meest indrukwekkend vind ik de foto die Alice maakte van Helmut op zijn sterfbed. Zij zit bij zijn hoofd en heeft haar handen om zijn gezicht geklemd en laat haar voorhoofd op dat van hem rusten. Ik ben er stil van. Het voelt even alsof ik er niet naar moet kijken, maar ik kan niet wegkijken. De liefde spat van de foto. Ik besluit dat dit een prachtige afsluiter is en ik ga op weg naar het volgend doel, de tentoonstelling over David Bowie.


Op weg naar de tentoonstelling kom ik langs een muurtje. Ik klamp me vast aan de eerste de beste vrouw die ik zie en ik vraag of ze een polaroid wil nemen van mij voor het muurtje. De vrouw grapt of ik wel weet dat dit niet "de muur" is. "Ja, ja... heel lollig. Schiet nou maar op", denk ik. Ik loop verder met de foto in mijn hand. Iedere twee seconden kijk ik of er al iets te zien is. De foto is zwaar overbelicht, maar desalniettemin ben ik in opperbeste stemming. Foto van mij voor een muur met posters van Bowie, check!
Aangekomen bij Martin Gropius Bau, vertelt de kaartverkoper dat ik door mag lopen. Volgens hem moet ik pas betalen bij het ontvangen van de koptelefoon van de audiotour. Ik loop de trap op, ontvang de koptelefoon en ik kan zo doorlopen. Slechte karma, vind ik. Ik vertel een medewerker dat ik nog niet betaald heb. Hoogstverbaasd vraagt hij me hoe ik dan aan de audioapparatuur kom. "Nou, gekregen...". Ik koop alsnog een kaartje en ik word gecomplimenteerd om mijn eerlijkheid. Vind ik lief, maar onterecht. Ik ga namelijk ook hier als een malle foto's maken, heb ik besloten.
Er liggen orginele songteksten, ik zie kleding, schetsen met ideeën voor kleding en clips, er zijn geluidsfragmenten van Bowie in de opnamestudio, ik kom verhalen tegen over de films waarin David Bowie zat, compleet met fragmenten uit de films, waaronder Christiane F en Labyrinth. Het broekje dat hij droeg in het toneelstuk The elephant man, waarin hij de hoofdrol vertolkte, hangt in een vitrine. Er zijn foto's te bekijken en hele videomuren met clips en interviews. Ook worden er nooit vertoonde beelden geprojeceerd van een film die David Bowie van plan was te maken. Het is er nooit van gekomen, maar het deel dat bestaat is toch te bewonderen.
Ik schiet de ene foto na de andere en ik merk dat ik er verdomd goed in ben geworden. Ik speel de vermoorde onschuld, maar doe eigenlijk iets dat dus niet mag. "Rebel, rebel", zing ik mezelf van binnen toe. Ik lach hardop om mijn eigen grap.

Buiten het gebouw is het ontzettend heet. De hitte overvalt me enigszins en ik weet ook niet zo goed waar ik heen wil. Ik twijfel ik of ik naar links of naar rechts wil, kijk een beetje om me heen en dan zie ik het. De muur.... Beetje een vreemde overgang. Met nog de nummers van Bowie in mij hoofd staar ik naar hét symbool van de Koude Oorlog. En ik ben best onder de indruk. Bij de muur aangekomen probeer ik me voor te stellen hoe het is als je weet dat je er niet langs of overheen kan. Ik kom tot de conclusie dat het een irritante hoogte is. Laag genoeg om nog te beseffen dat er zich achter de muur een wereld bevindt, maar hoog genoeg om er niets van mee te krijgen. Een frustrerende, nieuwsgierigmakende, irritante kuthoogte. Dat vat het wel samen.
Wil ik een foto van mezelf bij de muur? Ik twijfel. Is dat niet respectloos? Voor mij stelt een Aziatische meneer zijn apparatuur op, statief en al en hij poseert met een vrouw voor de muur. Ik draai me om en zie drie pubermeisjes een houding aannemen alsof ze in een discotheek zijn om vervolgens lachend op de foto te gaan, terwijl een vierde pubermeisje de foto maakt. De gezichten gaan na de foto weer op neutraal en ze bekijken het resultaat, waarna ook het meisje dat de foto maakte op de foto moet en wisselt met een van de drie, zodat deze de foto kan maken. Fake-glimlach en hetzelfde ritueel.
"Mag ik jullie iets vragen?" Ik spreek twee Nederlandssprekende meisjes aan. "Willen jullie een polaroid van mij maken, voor de muur?" Een van de twee vraagt of ik daarna van hen een foto wil maken. We hebben een deal.
Ik sta een beetje lullig voor het hekje voor de muur. "Ik ga niet lachen, hoor", roep ik. "Okee.... maar wil je niet heel Hollands achter het hekje, dan? Ja, het staat er wel, maar Hollanders zijn toch eigenwijs?", vindt het ene meisje. Het andere meisje knikt. "Ja, weet ik wel...", twijfel ik. Ik bedenk dat ik dus niet bij die groep Nederlanders wil horen en me geneer. Tegelijk bedenk ik dat zij wel met toffe foto's thuiskomen, want schijt aan de wereld en mijn foto's dan "net-nietjes" zijn, omdat ik op de meest bijzondere momenten besluit om gebruik te maken van mijn opvoeding. Ik kruip onder het hekje door. "Wel snel dan, he?"

vrijdag 25 juli 2014

Dag 2. Gropiusstadt, MH17 en een prachtig uitzicht.

Dag 2.

Op zich zat ik vol wilde ideeën en had ik een planning. Maar toen werd ik wakker om half 11, terwijl ik de wekker echt om half 9 had gezet. "Ben je in Berlijn, lig je op je bed. Echt slim, little genius, you." Ik besluit om naar Gropiusstadt te gaan, het stadsdeel waar Christiane F woonde. Daar was ik sowieso onwijs benieuwd naar en je kunt het maar gehad hebben. Het schijnt dat er een vreemde sfeer hangt, omdat de hoogbouw in vergelijking met de oorspronkelijke bouwplannen veel te hoog is, waardoor de flats op je af lijken te komen. In het boek beschrijft Christiane hoe zij in de hal van het flatgebouw plaste, omdat ze zo lang op de lift moest wachten dat ze het toilet niet ging redden. Terwijl ik de route bepaal op mijn iPad, stuit ik op een link met het voormalig adres van David Bowie en Iggy Pop, Hauptstrasse 155. "Alsof het zo moet zijn", vind ik. Het adres ligt op de route, dus ik begeef me richting U-bahn. Daar aangekomen loop ik de "Zug nach Rudow" in. En er valt niet te twijfelen of je wel in de juiste metro zit. "Zug nach Rudow.... Einsteigen bitte", klinkt het bij ieder station. Wanneer de deuren sluiten, klinkt er "Zurückbleiben bitte", waarna er een alarm te horen is en boven de deuren een rood licht knippert, als aankondiging dat deze gaan sluiten.

Hauptstrasse 155 blijkt slechts twee minuten lopen vanaf het station. Ik besluit dat ik toch ook wel een foto wil van mezelf, voor de deur van het beroemde adres. Ik kijk eerst vijf minuten om me heen, want ik voel me een beetje voor gek staan. Uiteindelijk neem ik drie selfies die mislukken en neem ik genoegen met de vierde. Vanaf het terras een paar deuren verderop bekijkt een groepje mannen mijn handelen en ze overleggen met elkaar. Waarschijnlijk vragen ze zich af wat ik aan het doen ben. Een vraag die ik mijzelf ook stel, want het ziet er eigenlijk niet uit. Om me iets minder lullig te voelen wandel ik overdreven zelfverzekerd en vastberaden langs het terras terug naar het metrostation, om mijn reis richting Gropiusstadt te vervolgen. Met de onderzoekende ogen van de mannen voelbaar in mijn rug, bekijk ik mijn selfie. "Waaaah, daar woonden Bowie en Iggy!"
Ik voel me iets minder debiel. Het blijft maar een deur en het is slechts een huis, maar toch heb ik het gevoel dat ik iets dichter in de buurt ben gekomen van mijn helden. Tegelijk weet ik best dat het nergens op slaat maar de schaamte maakt plaats voor iets dat op trots lijkt en ik bereik Gropiusstadt. Ik verwachtte grauw en grijs, maar op deze zonnige dag lijken de bomen groener dan groen en de strakblauwe hemel maakt dat de gebouwen er zelfs vriendelijk bijstaan. Ik ben wel enorm onder de indruk van de hoogte van sommigen. Tussen de flats zijn parkjes, speelplaatsen en winkels. Ik neem het allemaal in me op en probeer me voor te stellen hoe het er uitzag toen de bomen net geplant waren en de aangelegde parken zich nog moesten ontwikkelen. Dat heeft er inderdaad behoorlijk troosteloos uitgezien, concludeer ik.

Omdat het zulk mooi weer is besluit ik om in het park te gaan lopen en wel te zien waar ik uitkom. Bang om te verdwalen ben ik niet, aangezien de U-bahn en S-bahn nooit ver weg zijn en er overal bussen rijden. Ik kom bij een winkelcentrum, waar ik mijn familie middels een groepsgesprek op Whatsapp laat weten dat ik nog leef. Om dit te bewijzen stuur ik een foto, waarop mijn moeder reageert met een tekst waaruit blijkt dat ze het zo fijn vindt dat ik het naar mijn zin heb en dat ik iets laat horen. Mijn broers en zus laten weten dat ze me stoer vinden, omdat ik helemaal alleen ben. Mijn vader laat weten dat hij mijn broek te kort vindt en mijn armen te bloot. Eigenlijk suggereert hij dat ik vanaf nu in een boerka door Berlijn ga. Ik moet daar alleen maar hardop om lachen. "Ouders en hun bezorgdheid. Ik ben gewoon op vakantie. Wat kan er nou gebeuren?" Op dat moment krijg ik een pushbericht van het Algemeen Dagblad. Het is nieuws over MH17. Volgens het bericht zijn er vermoedelijk zo'n 25 Nederlanders omgekomen bij een vliegtuigcrash met een vliegtuig dat vanaf Schiphol vertrok. "Fijne vakantie. Kijk je wel uit?" Waarschijnlijk hebben de slachtoffers dit ook te horen gekregen. En waarschijnlijk dachten zij ook, "Wat kan er nou gebeuren?" Ik besluit nog even wat geruststellende teksten te sturen naar mijn familie.

Aangekomen op station Bahnhof Zoo besluit ik me aan het thema van de dag te houden. In de film over Christiane F zit een scene die zich afspeelt in het Europa Center, ooit één van de modernste winkelcentra van Europa. Het staat ook bekend als het Mercedesgebouw, vanwege het enorme logo op het dak. Het uitzicht vanaf het twintig verdiepingen tellende gebouw lijkt me te gek. Dat is het volgende doel. Op weg naar het gebouw, kom ik langs de Gedächtniskirche. 'Alles is vergankelijk' was het onderwerp van de preek in de kerk op 22 november 1943. Enkele uren later raakte de kerk zwaar beschadigd bij een geallieerde luchtaanval op Berlijn.
Ik kom aan bij Europa Center. De meeste winkels zijn gesloten en ik dool een beetje rond. In een souvenirwinkeltje koop ik een spuuglelijk lepeltje voor een vriend. Aan de bewaker van het winkelcentrum vraag ik of het mogelijk is om op de twintigste verdieping te komen. Hij wijst naar waar de liften zich bevinden. Iemand houdt een glazen deur voor me open waarachter zich twee liften bevinden en ik druk op de knop maar er gebeurt niets. De twee mannen die ook in de lift staan stoppen met praten en vragen me waar ik moet zijn. Dan blijkt dat ik in het kantoorgedeelte van het gebouw ben, waar ik helemaal niet mag komen. Een van de mannen laat me zien welke lift ik wel moet hebben en wijst me op het feit dat er een bewaker zit die bepaalt of je wel of niet naar boven mag. Boven zit namelijk een loungebar en blijkbaar is dat niet voor iedereen. De moed zakt me in de schoenen, want ik heb echt nog net geen bord om mijn nek met "toerist", ik loop in een korte broek, met twee tassen en zonder make-up. Lijkt me niet echt de look voor een loungebar. De chagrijnig kijkende bewaker onderbreekt zijn telefoongesprek, vraagt wat ik kom doen, bekijkt me van top tot teen en geeft me een knikje richting de lift. Ik mag naar boven. Het uitzicht is adembenemend mooi. De zon is aan het zakken en geeft de stad een oranje gloed. Vanaf deze hoogte kan ik tot ver in het oosten van Berlijn kijken, waar het uitzicht bepaalt wordt door hoge schoorstenen, veel laagbouw en fabrieken. Het westen kenmerkt zich door de vele lichtjes, logo's en voornamelijk hoogbouw. Het wordt langzaam donker en dan valt me op dat West-Berlijn feller verlicht is dan Oost-Berlijn. Ik vind het bijzonder om te zien. Ik vind het bijzonder dat ik hier ben! Ik voel me zo gelukkig, ineens.

Het gelukzalige gevoel houdt aan tot ik bij het hotel ben. Ik loop binnen bij het naastgelegen restaurant dat bij het hotel hoort, bestel een drankje en schuif aan op het terras waar iedere avond een aantal mannen een potje schaakt. Het gaat hierbij niet om een lullig potje schaak, maar om bloedserieus schaken met tijdklok en al. De nachtportier van het hotel doet hier ook iedere avond aan mee. Met hem heb ik nachtelijk gesprekken over voetbal en toeristen. Ik krijg mijn drankje en we proosten. Het begint nu al als thuis te voelen. Ik sprint naar de hotelkamer, om mijn iPad te pakken. Terug op het terras, lees ik het nieuws. Ik voel kippenvel vanaf mijn tenen, naar mijn nek kruipen. De ongeveer 25 Nederlanders die in het vliegtuig dat vanaf Schiphol vertrok zaten, blijken er inmiddels 154 te zijn en het vliegtuig een combinatievlucht van KLM en Malaysia Airlines. Ik zie berichten op Facebook voorbij komen en een aantal mensen kennen sommige slachtoffers. Ook blijkt dat het vliegtuig neergehaald lijkt te zijn, men vermoedt een raketaanval. De mannen lachen en toeristen lopen lallend voorbij. Nederland voelt ineens heel ver weg.



dinsdag 22 juli 2014

Berlin, baby!!



Al zo lang ik me kan herinneren, wil ik naar Berlijn. Het Berlijn van de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. Het Berlijn van die enge muur, die muur die ineens geen functie meer had. Ik herinner me de consternatie bij de volwassenen die voor de tv zaten en bijna aan het beeldscherm geplakt zaten. Het was november, ik was acht jaar, mocht niks zeggen en begreep de hele heisa niet. Ik wil naar het Berlijn van Christiane F. Het boek heb ik verslonden, ik heb het serieus wel 30 keer gelezen en de film heb ik twee keer gezien (de complete film staat overigens op Youtube. Nagesynchroniseerd in het Engels, dat wel. Maar wanneer je Duits goed is, kun je ook de Duits gesproken versie vinden).
Ik wil naar het Berlijn van Bahnhof Zoo! Het station waar Christiane als veertienjarige op de tippelzone geld verdiende, met het bevredigen van vieze, oude, volwassen mannen. Dit alles om heroïne te kunnen betalen. Dat Berlijn... Het fascineerde me en dat doet het nog.

Ik besloot dat het tijd werd om Berlijn te bezoeken, vanwege al het bovengenoemde. Hieronder vind je een reisverslag van de ontzettend geslaagde solo-citytrip.

Omdat ik graag iets aan mijn dag wilde hebben, vloog ik om 7 uur vanaf Schiphol naar Berlijn Tegel. Ik heb die nacht 2 uur in sluimerstand gelegen, bang om me te verslapen. Ruim op tijd kwam ik aan op Schiphol. In het vliegtuig zat ik naast Jim, Jim is mede-eigenaar van een hotel in Berlijn. We raakten aan de praat en ik vertelde dat dit de eerste keer was dat ik alleen op reis was. Ook vertelde ik wat ik zoal van plan was in Berlijn. Dat daar ook een bezoekje aan het Curryworstmuseum bij zat, omdat ik gewoon niet kan geloven dat zoiets bestaat. Dit leek voor hem hét moment om een lijstje met tips voor me te maken. Ik vermoed dat hij dacht dat er anders van mijn trip geen zak terecht zou komen.
Zelf had ik ook een lijstje met "must-sees", een combinatie van geschiedenis, Christiane F en tips van vrienden en Facebookvrienden.
-Berlijnse muur
-Hackesche Höfe
-East side gallery
-Berliner Unterwelten
-Sachsenhausen
-Brandenburger Tor
-Alexanderplatz
-Bahnhof Zoo
-Gropiusstadt
-Curryworstmuseum
Verder vertrouwde ik erop dat ik vanzelf wel bij andere interessante dingen terecht zou komen. En dat was ook zo.

Dag 1

Jim heeft mijn buskaartje betaald, dus ik was vijf minuten in Berlijn en had een schuld van 6.70, echt te gek... een persoonlijk record. We namen afscheid en ik beloofde het geld terug te betalen.
Aangekomen op Bahnhof Zoölogischer Garten (Bahnhof Zoo, voor insiders...;)), heb ik mezelf direct een tour gegeven door het station en een selfie gemaakt op de vroegere tippelzone. Ik heb mezelf ook een beetje uitgelachen omdat ik er zo enthousiast van werd. "Jeeh, tippelzone!"
Nadat ik het hotel gevonden had bleek dat ik nog niet in kon checken, vanwege mijn vroege aankomst. Ik ben een fotowinkel ingelopen voor film voor mijn instant-camera. Daar heb ik een visitekaartje gekregen met het adres van een zaak aan de andere kant van Berlijn, die de cassettes wel verkocht. Direct de vuurdoop, want nog geen uur in Berlijn en 16 haltes op weg met de metro. Ging me eigenlijk goed af, dus ik was iets minder bang om te verdwalen. Nadat ik wel eerst de verkeerde kant op liep, heb ik de fotozaak alsnog gevonden. De film bleek 7 euro goedkoper dan in Nederland! Eigenlijk bleek alles goedkoper dan in Nederland. Vreugdedansje om dit feit gedaan en twee biertjes gekocht voor 's avonds op de hotelkamer. In het hotel heb ik eerst gedoucht en de biertjes koud gelegd in het fonteintje, bij gebrek aan een koelkast.
Mezelf een compliment gegeven vanwege mijn briljante ingeving en daarna heb ik een willekeurige metro gepakt.
Deze bracht me naar Unter den Linden, één van de bekendste lanen van Berlijn. Ik heb de Brandenburger Tor gezien. Men was bezig om het podium af te breken waar de dag ervoor het Duits elftal werd gehuldigd vanwege hun titel "Weltmeister".
Nou, wooptiedooo... Al mijn foto's verziekt, vanwege de lelijke hekken.
Ik heb een monument bezocht, dat er staat ter nagedachtenis aan de vervolging en moord op de Roma en Sinti. Ook langs een plek gekomen waar vroeger de muur stond en op 17 juni 1953 slachtoffers zijn gevallen tijdens de volksopstand in de DDR.
Dit was op de hoek met de straat waar de Reichstag staat. Ik liep eigenlijk van het één tegen het ander aan. Ik wist serieus niet meer waar ik moest kijken.
Stilteruimte ontdekt. Daar heb ik me een kwartier zitten verbazen over het feit dat het er inderdaad stil was, zo midden in Berlijn. Ik heb nog wat levensvragen gesteld, maar kreeg geen antwoord.

Op weg naar Alexanderplatz.
Ondertussen verschillende musea gepasseerd, de Dom van Berlijn gezien en een konijn! Filmpje van gemaakt en enorm de toerist uitgehangen.
Op een gegeven moment begreep ik de kaart niet meer en liep ik voor mijn gevoel steeds verder de verkeerde richting op. Beetje suf, want de enorme televisietoren is toch best wel een goed punt om naar toe te lopen, wanneer je op weg bent naar Alexanderplatz. Uiteindelijk heb ik de weg gevraagd aan iemand op straat. Antwoord gegeven op haar vraag over het "waarom Berlijn?" Het boek en de film over Christiane F kende ze maar al te goed en ze had nog wel wat tips. Ik heb het adres gekregen van Martin Gropius Bau, aangezien daar een tentoonstelling was over David Bowie. Voor de promotieposter van de tentoonstelling wordt dezelfde foto van Bowie gebruikt als in de film Christiane F.In de film wordt een concert aangekondigd, met die foto. Vond ik een leuk en toevallig feitje.
Alexanderplatz en de niet te missen, maar toch stiekem wel door mij te missen televisietoren heb ik alsnog gezien. N.a.v. een tip op Facebook naar "White Trash Fast Food" gegaan, waar een muzikale bingo plaatsvond. Drie euro betaald, maar tot de conclusie gekomen dat het wel laat was en donker en ik de weg niet zo goed kende. Zonder af te wachten of ik in de prijzen zou vallen en in een behoorlijke paniektoestand ben ik richting hotel gegaan met U-bahn en S-bahn. Op het station aangekomen heb ik de grond net niet gekust. Nadat ik weer iets rustiger was heb ik gegeten en gedronken voor 7,50 bij het restaurant naast het hotel. Op mij gezicht weer een glimlach vanwege het über-lage bedrag.
Weer gedoucht, want 30 graden en daarna nog een koud biertje gedronken op de hotelkamer. In bed kwam ik tot de conclusie dat dit een geslaagde eerste dag was.

Aan lijstje must-sees/must-do's toegevoegd:
-Hotel waar Jim werkt, om schuld te betalen.
-Martin Gropius Bau
-Foto van mij voor een wand met posters van Bowie.